Wat is een stadsdichter?
De stadsdichter is een door
de gemeente Gouda erkende dichter, die voor een periode van in principe twee
jaar stadsdichters is. Meer dan de verplichting om 1 maal per maand een gedicht
te publiceren is er niet (op de gemeentepagina van een lokale krant). In de
praktijk doet de stadsdichter veel meer (zoals deze bijdrage aan Gouda 750) en
maakt hij of zij voor vele gelegenheden een gedicht en draagt deze ook voor.
Aan het einde van de termijn van de stadsdichter presenteert de staddichter een
bundel met de gedichten uit diens periode. Daarna volgt de verkiezing van een
nieuwe dichter. De selectie is in handen van de Stichting Stadsdichters Gouda,
die ook zorgt voor alle informatie rondom de stadsdichter en op allerlei
manieren het dichtgebeuren in Gouda ondersteunt. Voor alle informatie: zie www.stadsdichtersgouda.nl
Wie is nu de stadsdichter
van Gouda?
Peter Noordhoek is de 10e
stadsdichter van Gouda. Hij werd op 7 maart 2020 gekozen, minder dan een week
voor de eerste lockdown. Zijn stadsdichterschap staat dan ook in grote mate in
het teken gestaan van Corona. Hij ziet dat niet alleen als negatief: juist dan
kan je met de juiste gedichten iets extra’s betekenen en er zijn anno nu genoeg
digitale middelen om mee te communiceren. Voor zijn werk is hij vooral actief
voor verenigingen, o.a. als trekker van het nationaal verenigingsonderzoek.
Voor die verenigingen wordt vooral met digitale platforms gewerkt en die
benadering speelt ook een rol in Gouda in Beeld en Gedicht: het zorgt ervoor
dat veel dingen die als onderdeel van het verleden worden gezien, juist nu
extra relevant blijken. Deze stadsdichter treedt af in november 2022.
Website: www.peternoordhoek.nl
/ www.stadsdichters Gouda
Wat vindt de stadsdichter
van de Goudse dichtkunst?
In Gouda is er bijna altijd
sprake van een dichttraditie geweest. Van de rederijkers al eeuwen geleden via
Coornhert tot Leo Vroman na de Wereldoorlog: sterke dichters zijn er altijd
geweest. Toch werd de dichtkunst in Gouda zo rond 2000 door slechts een kleine
kring beoefend. Gelukkig was er het fenomeen stadsdichter, met Inez Meter als
heel bijzondere eerste stadsdichter, maar dat veranderde weinig aan het gegeven
dat dichten vooral in kleine kring werd beoefend.
Dat veranderde eigenlijk pas toen de gemeente Gouda tijdens de crisis het
beetje subsidie stopte dat er was. De reactie was om de verkiezing van de
nieuwe stadsdichter veel groter dan voorheen aan te pakken. En opeens werd er
een veel grotere groep bereikt. Stadsdichters als Ruud Broekhuizen, Hanneke
Leroux en Pieter Stroop van Renen
hebben hier nadrukkelijk vorm aan gegeven –
en andersom de Goudse gemeente ook. Een milde regen van activiteiten kwam los:
Dichters op Donderdag, de radio-uitzendingen van Dichte bij Gouwestad, de
junior stadsdichter, de Dichters van Dienst en de Goudse Dichtersschool zijn er
tekenen van. We kunnen nu spreken van een echte dichtcultuur in Gouda, wat
trouwens elders ook wordt opgemerkt en de reden is waarom het Groot
Stadsdichtersgilde hier in Gouda wordt georganiseerd – zodra de pandemie het
toelaat.
Waarom deze opzet van
Gouda in Beeld en Gedicht?
Als je nadenkt over hoe goed
het nu staat met de poëzie in Gouda en je afvraagt wat dan de volgende stap
moet zijn, dan kan dat bijna niet anders zijn dan een verbredende stap.
Nederland staat meer open dan ooit voor dichtwerk in alle vormen: van hiphop
tot en met sonnetten. Tegelijk heeft een gedicht al snel iets dat moeilijk en
gesloten is. Een moment als de Gouda 750 festiviteiten is een prachtig moment
om te laten zien dat gedichten ook heel open kunnen zijn: letterlijk en
figuurlijk dichtbij. Elk pand in de stad leent zich voor een gedicht! Een
gedicht dat je helpt om te beleven hoe jouw voorouders leefden en aan de stad
bouwden. Wat is er mooier, concreter?
Wat voor dichter ben jij?
Ik hou zelf het meest van
gedichten die een verhaal vertellen of je aan het denken zetten. Een goed
gedicht zegt heel kernachtig iets – of juist via kenmerkende details – waar
schrijvers hele boeken voor nodig hebben. Je kan er alles in kwijt. Dat
betekent niet dat gedichten altijd moeilijk moeten zijn of juist moeten rijmen
om begrepen te worden. Ik probeer daar ergens tussen in uit te komen, waarbij
mijn eigen ideeën en inspiratie altijd het startpunt zijn, maar ik ook begrepen
wil worden. Dat lukt soms wel, soms ook helemaal niet. Ik kan bijvoorbeeld
behoorlijk eigenzinnig zijn in de keuze van mijn thema: ik hou van het
schrijven van een kerstgedicht (bundel) en ik heb veel gedichten geschreven
over werk, omdat gek genoeg iedereen over liefde en zo schrijft, maar niet over
de tijd in je leven waarin je misschien wel het meeste gebeurt (bundel
werkwoorden). En anderzijds zijn er de gedichten waarin ik mij helemaal in
dienst stel van het eren van een overledene (bundel) of van een specifieke
opdracht, zoals over de zorg (gedicht ‘Wat is zorg?’).
Het mooie van gedichten is
dat je er alle vormen en gebeurtenissen in je leven mee kunt vangen en daarin
wil ik mij zo min mogelijk beperken.
De gedichten van de
stadsdichter zijn te vinden op:
Wil je ook stadsdichter
worden?
Dat is een mooie ambitie,
maar bedenk dat er vele manieren zijn om met taal en gedichten aan de gang te
gaan. Zoek je daar inspiratie voor of wil je je vaardigheden vergroten? Schrijf
je dan in voor de Goudse Dichtersschool: www.goudsedichtersschool.nl En wie weet zit er dan ook nog een stadsdichterschap
in.