Achter de kerk
de middag wordt
opgeslokt
door schaduw van de kerk
ik loop onder het
halve poortje door
vertraag mijn gang
het tijdstip waarin ik zweef
wordt omgevormd en uitgerekt
stil staan een paar huizen
aan de voet van de Sint-Jan
ze trekken een
grimas van vroeger
Gouda is een tijdmachine
ik kan in elke eeuw
uitstappen
Klara Smeets
Bron: Deze foto, door een onbekende fotograaf genomen in circa 1930, toont een doorkijkje door het poortje onder een van de steunberen van de Sint-Janskerk. De kapel van de heren van der Goude neemt in de 13e eeuw de functie van parochiekerk van het houten kerkje van Bloemendaal over. Als Sint-Janskerk, vernoemd naar Johannes de Doper, groeit zij uit tot de grootste en belangrijkste kerk in de wijde omgeving. In de 15e en 16e eeuw wordt zij meermalen getroffen door brand, maar telkens wordt zij herbouwd. Achter de kerk ligt het kerkhof en het open terrein aan de zuidzijde waar ook de maker van deze foto heeft gestaan, wordt al vroeg aangeduid als ‘Achter de Kerk’. Het straatgedeelte aan de noord- en westzijde van de kerk heet lange tijd Kerkstraat en wordt pas later in ‘Achter de Kerk’ omgedoopt. Het kerkgebouw heeft vele steunberen die de constructie helpen dragen en die op het smalste punt van de straat is gebouwd in de vorm van een poortje zodat de doorgang niet wordt belet. Bovenstaand gedicht komt uit de bundel Ode aan alledag. Goudse gedichten van Klara Smeets, stadsdichter 2011-2014. De laatste regels van dit gedicht zijn ook te vinden onder het spoor, over de volle breedte van de tunnel.
Volgnr.: 055
Bron doc.: GBG 27-01
Bron: SAMH 0440. 54503