Bron:
Na de inval van de Duitsers op 4 augustus 1914 vluchten ruim een miljoen Belgen naar ons land, van wie de meesten overigens teruggaan naar hun land zodra de frontlinie zich heeft gestabiliseerd – daar waar vier jaar lang de bloedige loopgravenoorlog zal worden uitgevochten – en het ‘gewone leven’, zij het onder Duitse bezetting, vaak weer zijn beloop kan nemen. Vluchtoord Gouda, waar van 1914 tot 1918 vluchtelingen worden opgevangen, kan in theorie op ruwweg vijf hectare zo’n 2.400 mensen opvangen, maar in de praktijk varieert hun aantal tussen duizend en tweeduizend. Het terrein van Gebrs. Steensma telt ruimtes waarin de getroffenen worden opgevangen, beziggehouden en van voedsel, kleding, schoeisel en andere goederen voorzien. Het is een klein dorp maar wel met bewaking. De kassen worden ingericht als slaapzalen en recreatiezaal en er worden houten barakken geplaatst die dienst doen als school, werkplaats, waszaal en ziekenhuis. Op de foto zien we de naaizaal waar Belgische vrouwen aan kleding werken. Vlakbij elkaar, wat anno 2022 met de coronapandemie niet zou mogen (waar de laatste dichtregel op hint), maar ook in hun tijd gevaarlijk was al wisten zij dat niet. Wie oorlog en vluchtoord overleefde, liep het risico slachtoffer van de miljoenen doden eisende Spaanse griep te worden.

Volgnr.:     018.2 				
Bron doc.: GBG 27-01
Bron:	    SAMH 0440.11179